Maandagavond, 21:30 uur. Ik ontvang een telefoontje van de politie. Er is sprake van een crisissituatie. Een jongen heeft zijn vader geslagen. Vader deed aangifte. We brengen een bezoek aan het cellencomplex van het politiebureau, waar we het gesprek aangaan met de jeugdige. We noemen hem in dit verhaal Dennis.
Dennis woont bij zijn vader. Hij heeft nauwelijks contact met zijn moeder en met andere familieleden. Dennis heeft een licht verstandelijke beperking en een autismespectrumstoornis en krijgt ambulante begeleiding. Vanwege de toenemende problematiek is het gezin ook in beeld bij het wijkteam, afdeling jeugd en gezin. Dennis vertoont namelijk steeds vaker intimiderend en gewelddadig gedrag richting zijn vader.
Conflict
Dit gebeurt ook deze maandagavond. Vader en zoon belanden in een conflict met scheldpartijen en bedreigingen. De boel escaleert. Dennis slaat zijn vader. Voor de zoveelste keer, maar als het aan vader ligt voor de laatste keer. De maat is vol. Vader doet aangifte bij de politie.
Dennis slaat zijn vader. Voor de zoveelste keer, maar als het aan vader ligt voor de laatste keer. De maat is vol.
Sociaalwenselijk gedrag
Als ik Dennis ontmoet in het cellencomplex is hij boos op de politie. Die ‘wouten en wespen’ arresteerden hem toen hij net lekker lag te slapen. Maar jij bent oké, krijg ik te horen. Dennis geeft me sociaalwenselijke antwoorden. Hij is geschrokken. De aangifte en zijn verblijf in de cel hebben hem wakker geschud, maar zijn woorden komen niet overeen met zijn lichaamstaal.
Slaapmogelijkheden
Waar kan Dennis nog terecht, waar moet hij slapen vannacht? Dennis wil terug naar zijn vader. Hij belooft hem dan verder met rust te laten. Of misschien kan hij naar zijn opa en oma, de ouders van moeder. Dennis heeft ook een vriendin, maar dat telefoonnummer wil hij niet meteen delen met mij.
Dennis mag zelf niet bellen of appen met mensen, wat hem nijdig maakt. Waarom niet, ik ben toch al vrij? Ik zit hier toch al lang genoeg? Ik onderbreek Dennis en vertel wat ik van hem verwacht. We spreken af dat ik zijn vader, opa en oma en vriendin (en haar moeder) ga benaderen voor slaapmogelijkheden.
Dichte deur
Vader geeft aan dat hij de deur voorlopig dichthoudt. Hij wordt dagelijks uitgescholden door zijn zoon met bedreigingen als ‘Ik snijd je strot door’. Zijn grens is bereikt. Vader geeft aan dat Dennis zijn medicatie al dagen niet inneemt en zeker weet dat de situatie weer snel escaleert thuis. Dit keer met andere gevolgen. Als Dennis mij nog een keer aanraakt, sla ik hem helemaal in elkaar.
Dennis wil terug naar zijn vader. Hij belooft hem verder met rust te laten. Maar vader houdt de deur voorlopig dicht.
Twijfels
Opa twijfelt. Dennis is nog nooit gewelddadig geweest naar hem, maar hij wil eerst overleggen met zijn vrouw en dochter (de moeder van Dennis). Tien minuten later krijg ik een telefoontje van de moeder van Dennis. Ze vertelt over alle gebeurtenissen uit het verleden en gaat niet akkoord met de plaatsing van Dennis bij haar ouders.
Obsessief
Dennis is obsessief bezig met zijn vriendin. Hij wil haar per se zelf bellen en gaat hierover in discussie met mij. We besluiten samen zijn vriendin te bellen. Na meerdere voicemails belt ze hem terug, waarna hij meteen vraagt: Je gaat toch niet weg bij mij? We besluiten dat Dennis niet bij zijn vriendin kan slapen. Dit zou de onrust alleen maar vergroten. Zijn vriendin belooft om de volgende dag bij hem langs te komen, als de rust hopelijk is teruggekeerd.
Noodoplossing
We vinden een andere noodoplossing. Dennis kan één nacht slapen bij een samenwerkingspartner. Morgen moeten alle betrokkenen samen op zoek naar een structurele oplossing. Dennis laat nog steeds onvoorspelbaar gedrag zien. Het ene moment werkt hij goed mee en het andere moment is hij kwaad en zoekt hij de grenzen op. Ik maak daarom opnieuw duidelijke afspraken met hem: dít verwacht ik van jou tijdens de autorit naar Breda en tijdens je overnachting bij de samenwerkingspartner. Rond 00:45 uur arriveren we in Breda. Dennis houdt zich aan de gemaakte afspraken.
Morgen moeten alle betrokkenen samen op zoek naar een structurele oplossing.
Overdracht
Hoewel de avond afloopt met een goede crisisoplossing, is het lastig om met Dennis afspraken te maken voor de toekomst. Hij heeft geen baan en eigen geld. Elke vorm van dagbesteding wijst hij af en afspraken met hulpverleners komt hij bijna nooit na. Mogelijkheden voor begeleid wonen zijn nog onduidelijk. De situatie is nu onder controle. Morgen komen alle betrokkenen, inclusief zijn ouders, bij elkaar om te overleggen. Waarschijnlijk volgt daarna ook de inzet van een ambulant crisisteam en aanmelding bij Crossroads. Dennis blijft bij een samenwerkingspartner tot een hulpverlener contact met hem opneemt voor een verdere overdracht.
Ik kan met een gerust gevoel weg. Mijn taak voor vanavond en vannacht zit erop.
Yoram Louvenberg
Crisisinterventieteam Hart van Brabant