Een moeder heeft de politie ingeschakeld. Ze zijn onderweg, maar nog niet ter plaatse. Het loopt uit de hand tussen een moeder en dochter (10 jaar). Dochter is boos en wordt niet rustig. De moeder belt nu met Sietske van het CIT, omdat dit aan haar is geadviseerd door de betrokken hulpverlening. Ze vertelt dat het die avond aan tafel is misgegaan met haar dochter. De dochter moest haar bord leeg eten anders kreeg ze geen toetje. Hier was ze het niet mee eens, waardoor ze onrustig werd.
Ze ging van tafel en liep onrustig in het rond. Daarna zou ze door het huis zijn gaan lopen en heeft met spullen gegooid. Hierop heeft de vriend van de moeder, de dochter vastgepakt. Hij zou de dochter nu al een kwartier vast hebben zonder dat ze rustig wordt. Op het moment dat het CIT in gesprek is met de moeder, belt de politie aan. Ze spreken af dat ze eerst de politie binnenlaat en dat er daarna opnieuw contact komt met het CIT.
Bij aankomst belt de politie naar Sietske van het CIT. De thuissituatie is niet te houden, geeft politie aan. Er zijn nu twee collega’ s die het meisje in bedwang houden. De politie vraagt of het Sietske ook ter plaatse kan komen om samen te kijken hoe de rust en veiligheid in de thuissituatie te borgen. Ter plaatse treft hij twee agenten bij het meisje aan. Ze hebben haar niet meer vast. Het meisje is rustig en vanuit het CIT geeft Sietske bij haar aan dat hij haar wil helpen. Na kort met het meisje gesproken te hebben, gaat Sietske in gesprek met de moeder en haar vriend om duidelijk te krijgen wat er is gebeurd. Daarna wordt er gesproken met het meisje. Ze geeft aan het niet fijn gevonden te hebben dat ze werd vastgepakt. Ze wil graag afspraken maken, zodat het thuis niet meer verkeerd gaat. Vervolgens geeft Sietkse het meisje de opdracht om haar kamer op te ruimen, zodat hij met met de moeder en haar vriend in gesprek kan. Tijdens het gesprek wordt meteen duidelijk dat het niet goed is voor het meisje om haar nu op een crisisplek te plaatsen. Iedereen is het daarmee eens. Ze maken afspraken voor het weekend. Dit om verdere problemen te voorkomen. Er worden time-out afspraken gemaakt voor moeder en dochter, zodat bij oplopende onrust één van de partijen een time-out kan pakken.
Met de moeder, haar vriend en de dochter worden afspraken gemaakt dat het CIT dit weekend contact met hen zal houden. Dit om elkaar in de gaten te houden hoe het dit weekend gaat. Als de moeder en haar vriend dit weekend vragen hebben of bij acuut oplopende spanningen in huis, kunnen zij contact opnemen met het CIT. Het CIT zal een overdracht doen naar de lopende hulpverlening. Hierna verlaat het CIT de woning. Op dat moment is de dochter rustig en gaat ze slapen.
